80 jaar Geuzen
Op 15 mei 1940, een dag na het bombardement op Rotterdam, schrijft Schiedammer Bernard IJzerdraat het eerste Geuzenbericht. Het is een vlammend protest tegen de Duitse bezetting: IJzerdraat is daarmee de oprichter van de Geuzen.
In de weken en maanden daarna sluiten steeds meer Schiedammers, Vlaardingers, Maassluizers en anderen zich aan bij de eerste verzetsgroep van Nederland. Berichten worden verspreid, wapens gestolen, kaarten gemaakt, inlichtingen verzameld en er wordt sabotage gepleegd. De Duitsers zijn woedend.
Vanaf november 1940 worden honderden Geuzen gearresteerd: 31 Schiedammers, 49 Maassluizers, 129 Vlaardingers en nog vele andere Geuzen in steden als Delft en Rotterdam. Na een schijnproces worden achttien Geuzen ter dood veroordeeld, ‘opdat ieder die in de toekomst met het plan mocht rondlopen aan Engeland hulp te bieden of de Duitse weermacht schade te berokkenen, wetend dat hij met zijn leven speelt’. Drie minderjarige Geuzen krijgen later gratie.
Op 13 maart 1941 worden vijftien Geuzen en drie Februaristakers op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd. Zij zijn de ‘Achttien Dooden’ uit het bekende gedicht dat nog in de oorlog is geschreven door Jan Campert. Meer dan 150 Geuzen worden naar Buchenwald gestuurd. Velen keren niet terug.
Jaarlijks wordt er in de maand maart in Vlaardingen stilgestaan bij het Geuzenverzet, onder andere door de uitreiking van de Geuzenpenning en door activiteiten die betekenis en bekendheid geven aan de waarden die met de uitreiking van de Geuzenpenning worden nagestreefd.
In verband met de pandemie ziet de uitreiking van de Geuzenpenning er dit jaar, tachtig jaar na de executie op de Waalsdorpervlakte, anders uit. Museum Vlaardingen, Stadsarchief Vlaardingen en Streekmuseum Jan Anderson staan met een digitale tentoonstelling stil bij 80 jaar Geuzenverzet. Aan de hand van een chronologische tijdlijn wordt het verhaal van de Geuzen, de eerste Nederlandse verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog, verteld.