Museum Vlaardingen: een bewogen geschiedenis
In 1920 wordt de Vlaardingsche Oudheidkamer en Visscherijmuseum, opgericht. De eerste voorwerpen in de collectie komen uit een schenking van de van oorsprong Vlaardingse advocaat en verzamelaar Simon van Gijn uit Dordrecht en bestaat uit circa 100 tekeningen, prenten en talrijke voorwerpen.
De collectie wordt ondergebracht in de suite van het pand aan de Lijnstraat nr. 2. Op 21 oktober 1920 wordt de eerste tentoonstelling feestelijk geopend door Burgemeester Pruis. Het museum is twee middagen per week open en alleen in de zomermaanden, want er is nauwelijks verwarming en geen verlichting in het pand. Toch komen er de eerste weken al 344 bezoekers. En de collectie groeit snel, want van allerlei organisaties, instellingen en personen worden voorwerpen aan het museum geschonken.
De 2 beschikbare kamers raken dan ook al snel zo vol dat het museum in 1935 moet sluiten, omdat er niemand meer naar binnen kan. Dan grijpt de gemeenteraad in en worden drie lokalen in het Handelsgebouw aan de Parallelweg gehuurd en geschikt gemaakt voor het museum. In 1936 wordt het museum heropend. De collectie blijft groeien en ruimtegebrek blijft een groot probleem.
In de oorlog sluit men de Oudheidkamer omdat er Duitse soldaten in het Handelsgebouw gelegerd zijn. De collectie wordt ondergebracht op verschillende plaatsen in de stad. Na de oorlog worden er in de gerestaureerde Visbank enkele bijzondere tentoonstellingen georganiseerd, maar de collectie blijft verspreid opgeslagen.
Er worden verschillende pogingen gedaan tot de heropening van het museum, maar deze komen niet van de grond. Op 1 februari 1957 wordt de Vlaardingse Oudheidkamer en Visscherijmuseum officieel opgeheven.